Unmanned Valley is vol in bedrijf. Drie jaar na de opening hebben 18 bedrijven zich gevestigd op het fieldlab voor ‘sensorgerelateerde technologieën en toepassingen’, gevestigd op de voormalige luchtbasis bij Katwijk. Met een outdoor flightbox van 25 hectare, een indoor dronecentrum en 6 duizend vierkante meter aan kantoorruimte biedt het fieldlab unieke testfaciliteiten voor bedrijven, onderzoeks- en kennisinstellingen die werken aan innovatieve onbemande systemen.

“Deze dronetaxi moet over drie weken vliegen”, vertelt Frits Groen van het MBO-college Airport terwijl hij wijst naar een geraamte van glanzende zwarte buizen. Het schaalmodel ernaast verklapt hoe de vliegende taxi eruit gaat zien. In totaal 130 kilo moet het kunnen vervoeren. Acht motoren met propeller en 4 batterijen zorgen voor de aandrijving. De taxi wordt eerst binnen getest, in de hangar. “Hier werken 5 studenten aan.”

Aantrekkingskracht

De opleiding drones van het MBO-college bouwen is een hit, en wie rondloopt in het klaslokaal – tevens praktijkruimte – op Unmanned Valley begrijpt waarom. Tussen een kapotte drone  (“gedoneerd als reparatieproject”),  een kast vol professionele drones, 3D-printers en kasten met kabels, ledlampjes en computerschermen zijn enkele studenten druk in de weer. Groen: “De jongens komen zelfs op hun vrije dag hier naartoe.”

De studie bestaat nu een jaar en is gestart met 20 studenten. Volgend jaar wordt het dubbele aantal verwacht. Het tekent de stormachtige groei van de branche, en de aantrekkingskracht van deze nieuwe innovatieve technologie. “We zijn pas net begonnen, dat zegt wel wat”, aldus Groen.

Unmanned Valley is gevestigd in een voormalig gebouw van de luchtmacht voor het onderhoud van vliegtuigen, dat door het Rijksvastgoedbedrijf is gerenoveerd met behoud van historische details. Dikke stalen deuren leiden naar de voormalige spuiterij, waar nu een vergaderruimte is. Het gebouw is zelfvoorzienend, vertelt community manager Dietmar Lander. Op het dak staat een futuristische windturbine. Daarnaast de twee 5G-antennes van Do IoT, een ander fieldlab van de TU Delft waarmee UMV nauw samenwerkt.

Makerspace

Een paar gangen verderop staat projectmanager Walter de Kort in de fonkelnieuwe makerspace. Ook hier: werkbanken, geavanceerde apparatuur en gereedschap. “We bieden hier faciliteiten aan voor startups en gevestigde bedrijven die zelf geen productiecapaciteit hebben.” De eerste innovatie die hier het levenslicht zag is ‘project X’, een prestigieuze opdracht voor de NAVO en Boeing over het vliegen met drones in onherbergzame gebieden.

De Makerspace is een van de vele plekken waar de bewoners van UMV elkaar kunnen ontmoeten. “Dat is het toffe, je komt elkaar overal tegen.” Lander is recent begonnen als community manager om dit proces in goede banen te leiden. Met hackathons, kennissessies en andere activiteiten wil UMV het netwerk optimaal activeren om zo de innovatiekracht te versterken.

Zichtbaar maken van wat er gebeurt. Dat is de strategie achter het succes van Unmanned Valley, vertelt directeur Theo de Vries. “Maak het tastbaar, dan zien mensen het.” Dat heeft hij de afgelopen jaren met succes gedaan, daarbij geholpen door de TU Delft, samen met de gemeente Katwijk de initiatiefnemer van het fieldlab. De TU Delft heeft vooral veel bestuurlijke expertise ingebracht rondom het opzetten van het fieldlab.

Daarnaast zijn de onderzoekers natuurlijk vaste klant. “Het Micro Air Vehicle Lab van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft test hier heel veel.” Het MAVLab staat wetenschappelijk hoog aangeschreven. Dankzij Unmanned Valley beschikt de TU Delft over een goede testlocatie midden in de Randstad. Cruciaal om voorop te blijven lopen op het gebied van innovatie rond robotica, 5G, Internet of Things en onbemande systemen.

Corridor naar zee

Vanuit zijn werkkamer kijkt De Vries uit op de voormalige startbaan, dat nu dienst doet als testveld (500x500x120 meter). “Hier mag je altijd testen. We hoeven het luchtruim niet te delen zoals op andere vliegvelden. Dat is ons grootste pluspunt.” Het is een van de vele troeven van UMV. De Vries verwacht later dit jaar toestemming voor de felbegeerde corridor naar zee, waardoor je met drones van en naar de Noordzee kunt – ook dat wordt uniek in Nederland.

Het fieldlab richt zich op alles wat te maken heeft met onbemande, autonome systemen, of dat nou ‘ter land, ter zee of in de lucht’ is. Het merendeel van de bedrijvigheid bestaat nu nog uit dronebedrijven. Niet zo gek, aldus De Vries, gezien de plek op een voormalig vliegveld. “We hebben toch een klik met alles wat vliegt.”

5G voor dataverwerking

Maar wie verder kijkt, ziet dat het fieldlab veel meer omvat. De 5G-masten bijvoorbeeld zijn nodig om de data te verwerken die de drones verzamelen. Dankzij 5G kan dat realtime. Een van de bedrijven die hier veel baat bij heeft is Atmos, dat drones bouwt voor het in kaart brengen van gebieden en vanuit Delft is verhuisd naar Unmanned Valley.

Ook werkt De Vries aan plannen voor faciliteiten voor drones die op waterstof vliegen, een akoestisch meetlab en wil hij een simulatieplatform opzetten voor zogeheten drone-stations. “In de toekomst moeten al die drones een plek hebben om te laden en lossen, vergelijkbaar met tankstations aan snelwegen. Dat kunnen we hier goed simuleren.”

Pionieren

De groei van het aantal startups heeft er verder voor gezorgd dat UMV werkt aan een incubatorprogramma: ook voor startende ondernemers wordt gezorgd. Last but not least: binnenkort beschikt het fieldlab ook over eigen luchtverkeersleiders. Nu neemt het RVB als eigenaar van de grond en gebouwen dat nog voor zijn rekening.

Wie buiten staat op het reusachtige testveld snapt wel waarom. Op topdagen vliegen de drones zeven dagen per week door de lucht en de belangstelling neemt alleen maar toe, zegt De Vries. “We kunnen nog een vleugel van ons bedrijfsverzamelgebouw uitbreiden, maar dan zit het vol.”

Innovatie en historie, het komt op een mooie manier samen op Unmanned Valley. De pioniersgeest van als Albert Plesman resoneert in de jonge ondernemers die baanbrekende innovaties op het gebied van onbemande luchtvaart ontwikkelen en testen. En in het fieldlab zelf. “Pionieren is heel leuk”, zegt De Vries met een kwinkslag. “Met name als het lukt.”