Jeroen Rotteveel geeft leiding aan ISISpace, een succesvol bedrijf waar ‘kleine’ satellieten gemaakt worden die vanuit verschillende werelddelen de ruimte in gelanceerd worden. Een Pioneer for Change is een titel die Rotteveel niet misstaat. Hij begon het bedrijf met vier studievrienden met de intentie de ruimtevaartindustrie te veranderen. Dat doel is bereikt. “Nu willen we met onze disruptieve manier van innoveren een bijdrage te leveren aan een betere wereld.”
Ineens waren we op de radio
“Toen ik mijn lucht- en ruimtevaart studie afrondde aan de TU Delft, ging er net een bijzonder project van start. Een groep studenten mocht een kleine satelliet ontwerpen en bouwen en de ruimte in krijgen. Dit was de vierde satelliet die Nederland ooit gemaakt heeft. Ik hoorde bij de eerste tien studenten die op dit onderwerp ging afstuderen. Op de terugweg van een trip naar Denemarken waar we op een conferentie ons project hadden gepresenteerd, bespraken we de plannen voor de toekomst. We wilden door met de kleine satellieten. Met de vijf jongens uit de auto zijn we een cursus ‘writing a business plan’ gaan volgen en zo begon ons avontuur. We deden mee aan een competitie en eindigden bij de laatste tien. Ik zat bij een vriend thuis en hoorde ineens een bericht op de radio over vijf studenten die een ruimtevaartproject begonnen en baalde een beetje – ‘dat waren wij ook van plan’ – tot ik erachter kwam dat ze het over ons hadden! Niet veel later stonden we ineens voor de camera. We hebben we ons maar snel ingeschreven bij de KvK.”
“We willen met onze disruptieve manier van innoveren een bijdrage leveren aan een betere wereld.”
Jeroen Rotteveel
CEO
We wilden het vooral anders doen
“De ruimtevaart kende vooral gigantisch grote projecten die miljarden en decennia kosten en too big to fail zijn. We wilden het vooral anders doen, wij wilden sneller pionieren en dat kon in de wereld van de kleine satellieten. Op basis van een heel dun businessplan zijn we aan de slag gegaan. Ons idee was: we gaan kleine satellieten bouwen en daar is een markt voor. Het heeft ons bijna tien jaar gekost, maar het bleek wel waar. In het begin kregen we nog wel eens goedbedoelde kritiek, dat we te weinig focus hadden. Maar door niet voor een ding te kiezen, zijn we er nog steeds. Ik denk dat vasthouden aan waar je zelf in gelooft daarom heel belangrijk is.”
Deze niche is echt ontploft
“We hebben nooit voor marktaandeel hoeven vechten. Het is eerder de vraag of we de markt kunnen bijbenen. Deze niche is echt ontploft; er is sprake van exponentiële groei waar we op tijd bij zaten met het juiste aanbod. Wij bieden echt maatwerk, en werken voor overheden of bedrijven die nieuwe technologieën in de ruimte willen testen of bijvoorbeeld het luchtverkeer willen monitoren. De groei van ons bedrijf is een uitdaging, het implementeren van nieuwe organisatiestructuren en communicatie kost tijd terwijl we ook met twintig procent per jaar blijven groeien.”
Hecht clubje
“We namen in 2007 onze eerste werknemer aan, een groots moment. Ineens doe je het niet alleen voor jezelf. Vier van de vijf oprichters zijn nog altijd betrokken bij ISISpace waaronder mijn mededirecteur, Abe Bonnema. In mijn hoofd zijn we nog een clubje van twintig man, zo hecht voelt het. Er zijn nog zes personen uit het studentenproject die hier al bijna vijftien jaar werken. Ik wil graag meer tijd investeren in het team, kunnen vertrouwen op de mensen om je heen en daar tijd voor maken is wat mij betreft een recept voor succes. Zeker na de lockdown, heb ik weer eens gemerkt hoe belangrijk de menselijke component is. Ruimtevaart blijft mensenwerk.”
De hele wereld op slot
Wij kopen ruimte in op raketten in India, Amerika, Rusland – we spreiden enorm, dan ben je niet afhankelijk van een politiek-economische situatie in een regio. Nu ging de hele wereld plotseling dicht, dat was een van de weinige scenario’s waar we niet op voorbereid waren. We stonden in Zuid-Amerika op de Europese lanceerbasis terwijl de Franse overheid zei ‘het land gaat op slot en je hebt twaalf uur om in je vliegtuig te komen’. De satellieten stonden klaar, de contracten zouden betaald worden zodra satelliet gelanceerd is. Op het eindstuk van onze activiteiten liepen we dus vertraging op. Met 120 mensen in dienst die je iedere maand moet uitbetalen vond ik het een uitdagende tijd.
Ecosysteem
“Het heeft zeker voordelen deel uit te maken van het ecosysteem op de TU Delft Campus, bijvoorbeeld voor het aantrekken van talent. Hoewel we op universitair niveau geen moeite hebben mensen te vinden, de gemotiveerden vinden ons wel. Aan de productiekant, op MBO- en HBO-niveau, is het soms lastiger. Terwijl het aanbod niet mis is, als je binnenkomt voor een afstudeerproject is de kans best groot dat iets waar jij aan gewerkt hebt na een half jaar in de ruimte hangt – mooi toch?”
De ruimtevaart voorgoed veranderd
“Wij hebben de iteratieve manier van werken in de ruimtevaartindustrie gebracht. Wij werken met snellere innovatiecycli en zijn gaan denken in mogelijkheden; we zijn gaan pionieren in de ruimtevaart. Met onze kleine satellieten beweging is die wendbare manier van werken geland in de hele ruimtevaartsector, zelfs bij conservatieve partijen begint het aan te slaan. Die verandering hebben wij ingezet en daar zijn we als team trots op.”
‘Nieuwe purpose geeft zoveel energie’
“Na de eerste succesvolle vijftien jaar, zochten we een nieuwe uitdaging. Nu is de focus om met onze disruptieve manier van innovatie een bijdrage te leveren aan een betere wereld. Zo kijken we hoe we met TNO en het KNMI emissies als CO2, methaan en stikstofdioxide kunnen meten. Doel is dan een wereldwijd meetnetwerk uit te rollen waarmee we met ruimtevaart bijdragen aan oplossingen voor de klimaatproblematiek. Het is echt de wens om met onze technische toepassingen een positieve impact op de wereld te maken. We zijn actief op zoek naar projecten in deze richting en bedenken zelf ideeën. Ik kijk echt uit naar de tweede vijftien jaar van het bedrijf. Deze purpose geef zoveel nieuwe energie!”