De Nederlandse campussen vervullen een belangrijke rol in het Nederlandse innovatielandschap. Deze fysieke innovatie-ecosystemen fungeren als facilitator en accelerator van regionale en (inter)nationale samenwerkingsverbanden tussen kennisinstellingen en bedrijven, blijkt uit een recent rapport in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Het is daarom belangrijk dat de rijksoverheid structureel gaat bijdragen aan de (door)ontwikkeling van de campussen.
Momenteel zijn de 10 campussen en science parken goed voor 44.000 banen bij 2.000 bedrijven. Ze zijn magneten voor startups en leveren een snel groeiend aantal succesvolle spin-offs af. “Het zijn concentratiepunten voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en innovaties op het vlak van duurzaamheid”, aldus het rapport. Bovendien blijken de campussen erg in trek bij internationale kenniswerkers. Het aantal arbeidsplaatsen op de 10 topcampussen in Nederland groeit significant harder dan het gemiddelde in Nederland.
Manifest Toplocaties
Het onderstreept de noodzaak om een actief toplocatie-beleid te gaan voeren door de rijksoverheid. “We zijn essentieel voor de innovatie in Nederland, maar deze belangrijke fysieke component valt in het huidige rijksbeleid tussen wal en schip”, aldus Bert Kip, voorzitter van het Nationaal Campussen Overleg. De investeringen zijn nu te vaak afhankelijk van regionale middelen en eenmalige subsidies.
“Om de juiste partijen aan te trekken, hebben we zowel goede faciliteiten nodig, zoals cleanrooms, als de juiste mensen binnen onze campusorganisatie”
In het Manifest Topcampussen dat vandaag is gepresenteerd pleiten de bestuurders van de tien grootste campussen in Nederland daarom voor een gezamenlijke overheidsfacilitering op 5 gebieden: shared facilities, bereikbaarheid, business development, acquisitie en basisfinanciering voor campusorganisaties.
Delft: business development en shared facilities
Directeur Paul Althuis van het TU Delft Innovation & Impact Centre onderschrijft de boodschap van het manifest. “Het maakt duidelijk dat in het huidige innovatiebeleid nog te weinig aandacht is voor het fysieke aspect van innovatie.”
“Vestiging van bedrijven is voor ons geen doel op zich, maar wij selecteren mogelijke partners op basis van inhoudelijke samenwerking met de TU Delft”
Vertaald naar het unieke karakter van de TU Delft Campus, pleit Althuis vooral voor investeringen op de gebieden business development en gedeelde voorzieningen. “De TU Delft Campus is bijzonder, omdat ons innovatie-ecosysteem is ontstaan op basis van samenwerking. Vestiging van bedrijven is voor ons geen doel op zich, maar wij selecteren mogelijke partners op basis van inhoudelijke samenwerking met de TU Delft en een gedeelde visie, namelijk impact for a better society.”
“Dat betekent dat wij vooral gebaat zijn bij een goede ondersteuning op het gebied van business development, en shared facilities”, vervolgt Althuis. “Om de juiste partijen aan te trekken, hebben we zowel goede faciliteiten nodig, zoals cleanrooms, als de juiste mensen binnen onze campusorganisatie.”
Bereikbaarheid
Ook bereikbaarheid is belangrijk, zeker nu de TU Delft steeds nauwer gaat samenwerken met onder meer het EMC en de Erasmus Universiteit. “Dan is het belangrijk om een goede, snelle verbinding tussen deze beide innovatie-hotspots te hebben, bijvoorbeeld met autonoom vervoer”, aldus Althuis.
Afstudeerplekken en onderzoek
De academische gemeenschap profiteert ook van de gevraagde investeringen. Meer hoogwaardige bedrijvigheid op de TU Delft Campus betekent meer stage- en afstudeerplekken voor studenten, en meer onderzoeksmogelijkheden voor wetenschappers.