Een loop- en hijsbrug bevestigd op een omgekeerde vluchtsimulator, die met armen tot wel drie meter lang het schommelen van een verder stilliggend schip compenseert. Een oplossing die zo baanbrekend en kostenbesparend is dat de offshore-industrie er zelfs in tijden van negatieve olieprijzen nog flink vraag naar had. “Qua efficiëntie is in het werken op zee nog veel te winnen,’ zegt Ampelmann CEO Jan van der Tempel.
Buiten mooie dingen maken, het liefst op zee. Dat is altijd zijn ambitie geweest. Dat hij nu dan toch veel achter een bureau zit, neemt Van der Tempel op de koop toe. Maar vanuit het hoofdkantoor van Ampelmann aan de Rotterdamseweg, schuin tegenover de faculteit lucht- en ruimtevaarttechniek, heeft hij tenminste nog wel uitzicht over de Schie. Hier huizen alle staffuncties, engineering en operations support. Nog geen twintig kilometer verderop, bij RDM, staat de productiehal waar ze hun offshore access systemen bouwen – zo veilig als het oversteken op een zebrapad. Eenmaal op een schip geplaatst, leasen ze het geheel wereldwijd aan hun afnemers.
Voor alle omstandigheden
Het bedrijf, opgericht in 2007 als spin-off van de TU Delft, heeft ondertussen een eigen vloot van 65 systemen met oplossingen voor alle mogelijke omstandigheden. ‘Het gaat niet zozeer om de hoogte van de golven, als wel om de scheepsbewegingen,’ zegt Van der Tempel. ‘Bij Sakhalin hebben we ook nog onze Icemann, een systeem dat tot veertig graden onder nul kan opereren.’
Met een druk op de knop zijn de loopbruggen voor personeel om te vormen tot een hijsbalk voor het overzetten van lading. ‘Dat scheelt een hoop tijd, en daarmee geld en efficiency.’
“Delftse ingenieurs zijn ongelooflijk goed in praktische oplossingen”
Jan van der Tempel
CEO
Omdat hij zelf promoveerde op offshore wind, was het Ampelmann systeem daar ook primair voor bedacht. Maar het maakt natuurlijk niet uit of de boot naast een windpark of een olie- en gasplatform ligt. ‘In de Noordzee is het altijd fiftyfifty gebleven,’ zegt Van der Tempel. ‘Wereldwijd heeft de olie- en gasindustrie de overhand, met een duidelijke toename in offshore wind.’
Pionieren op grotere schaal
Sinds kort, na drie jaar ontwikkeltijd, biedt Ampelmann ook hun grootste platform volledig elektrisch aan – tachtig procent energiezuiniger dan de voorganger. ‘Het is echt pionieren geweest om dat voor elkaar te krijgen,’ zegt Van der Tempel. ‘Een golf duurt maximaal zeven seconden en in die korte tijd moet alle energie het platform in, en er ook weer uit. En je merkt dat de huidige generatie engineers het geweldig vindt om met de energietransitie bezig te zijn en dit soort energiezuinige machines te mogen bouwen.’
Met meer dan 350 werknemers is het bedrijf al lang geen startup meer, maar een scale-up. De afgelopen jaren is er daarom een technologisch transformatie naar standaardisatie geweest; standaard componenten – zowel software als hardware – waarmee toch klant-specifieke oplossingen kunnen worden aangeboden. Van der Tempel: ‘Techneuten vinden niks leuker dan iets heel speciaals te engineeren. We hebben het zo weten te maken dat ze, binnen onze gereedschapskist, hun uitdaging behouden.’
Dichtbij uitmuntende ingenieurs
‘Wat wij doen is hoogtechnologisch en als je er tegenaan loopt doet het pijn,’ legt Van der Tempel uit. ‘Het is geen software, maar hardware. En dan moet je heel dicht bij de bron zitten van de slimme koppen die je nodig hebt.’ Gemiddeld huist het bedrijf zo’n vijftig studenten, voor stages en afstuderen. Daarnaast is er een nauwe samenwerking met de TU Delft op het gebied van offshore engineering en in de meet- en regeltechniek. ‘Het is een hele positieve, actieve wisselwerking die wij ontzettend koesteren.’
Waar ondernemerschap vroeger, toen hij zelf studeerde, welhaast een vies woord was binnen de universiteit, is het nu voor heel veel studenten een carrièrekeuze die actief wordt aangemoedigd. ‘Wat niet is veranderd, is de kwaliteit van de Delftse ingenieur,’ zegt Van der Tempel. ‘Die heeft een mening en is ook bereid om de discussie aan te gaan. Dat heb je nodig. Je kunt eindeloos veel computermodellen maken, maar zodra je het stuk staal de zee opbrengt, dan loopt het toch altijd net anders. Dat oplossen, daar zijn Delftse ingenieurs ongelooflijk goed in.’
Innovatie aanjagen
Ook het ecosysteem in en rondom Delft op het gebied van offshore energietechniek is voor Ampelmann van grote waarde. ‘We hebben de TU Delft, de Rotterdamse haven en in een straal van dertig kilometer daaromheen alle grote bedrijven die daar een rol in spelen,’ zegt Van der Tempel. ‘Dat is ontzettend belangrijk tegen de achtergrond van de energietransitie waar we nu in zitten. We kennen elkaar en zijn bereid met elkaar te investeren en spannende, nieuwe dingen te doen.’
Waar Ampelmann in de startup-fase profiteerde van grote bedrijven als Shell en Smit om hun technologie te testen, en tot commerciële volwassenheid te brengen, doen ze dat nu ook andersom. Van der Tempel: ‘Wanneer de juiste technologie boven komt borrelen, dan gaan wij met die startups in gesprek en kijken we hoe we daar gezamenlijk een stap in kunnen zetten. Goed voor de startups en ook goed voor ons.’
Foto’s afkomstig van Ampelmann, Casper van der Kloet en Jorrit van de Eerenbeemt